Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Eet [30]honig, mijn zoon! want hij is goed, en honigzeem is zoet voor uw [31]gehemelte. 30. De honig was in Palestina een algemene en zeer aangename spijs. Vergelijk Ex.3:8. De profeet verklaart nu dat men dien wel nuttigen mocht voor het lichaam, maar dat men voornamelijk moest trachten naar de wijsheid, die ene spijs is, aangenaam voor de ziel. 31. Dat is, in uwen mond. Het gehemelte wordt de smaak toegeschreven. Job 12:11, en Job 34:3.